Missen mag, alleen niet te vaak.
Het is een enkeling opgevallen dat ik vorige week elke dag een stukje heb geschreven op de blog. Het was de eerste week van een nieuw 21-dagen experiment: dagelijks schrijven over nieuwsgierigheid en experimenteren.
Het idee speelt al jaren door mijn hoofd. Het boek ‘Show your work’ van Austin Kleon gaf een tijdje terug de doorslag.
In het hoofdstuk ‘Share something small every day’ legt Austin uit dat denken in dagen zijn leven behapbaar maakt. “Seizoenen veranderen, weken zijn menselijke verzinsels, maar dagen hebben een ritme. De zon kom op; de zon gaat onder. Dat kan ik aan.”
Seth Godin, een andere inspiratiebron, heeft al meer dan 8000 (!!) dagen op rij blogs gepubliceerd. Hoe? Dag, voor dag, voor dag, voor dag.
Hij zegt daar over: “Sommige mensen komen opdagen als ze iets nodig hebben. Anderen net voordat ze iets nodig hebben. En sommige mensen komen opdagen als ze helemaal niets nodig hebben. Die doen het gewoon omdat het kan.”
Het is makkelijk om jaloers naar reeksen als die van Seth te kijken. Om je alleen te richten op het resultaat in plaats van op het proces van elke dag iets te creëren en te concluderen: “Dat lukt mij toch nooit.”
En ik begrijp best dat ik na een week geen recht van spreken heb. Ik heb, nu nog, ideeën genoeg en energie te over. Maar het wordt vanzelf een keer lastig. Het kan altijd een keer anders lopen.
Daarom sta ik mezelf bij het opstarten van een experiment altijd toe, niet gelijk alles of niks te spelen. En mocht ik onverhoopt een dag missen, niet gelijk te stoppen en al het gedane werk tot verspilde energie te bombarderen.
In plaats daarvan pak ik het de volgende dag gewoon weer op. Daar waar ik gebleven was.
Het is met dit soort dagelijkse gewoontes een beetje zoals met strafschoppen. Je mag best een keertje missen, alleen niet te vaak achter elkaar..